hoogstamboomgaard

Appelras


Berglander

 

vlaamse bellefleur

 

synoniemen:

Bellefleur des Flandres, Vlaamse Bellefleur.
Wordt in bepaalde publicaties ten onrechte verward of gelijkgesteld aan de Franse Bellefleur.
Kaprijkse Bellefleur zou een rode mutant zijn van de Berglander. Iets hoger van vorm, met zelfde eigenschappen.

herkomst:

Werd bekomen aan de boorden van de Dender,
in de Proostdij der Witheren, in Denderwindeke
(Oost-Vlaanderen) tussen 1780 en 1790.

boom:

De boom is zeer groeikrachtig en weelderig,met breed uithangende, licht neerhangende takken.
De kruin is als een open gespannen
regenscherm en haalt tot 12 m doormeter.

productiviteit:

Vruchtbaar ras met vrij vroege en goede dracht maar onregelmatig door beurtjaargevoeligheid

ziektegevoeligheid:

Robuust en zeer resistent ras dat vooral last
heeft van kanker.

vruchtbeschrijving:

Vorm: de vrucht is groot tot zeer groot, over het algemeen breder dan hoog, waarbij één
kant gewoonlijk veel hoger is dan de andere.

Schil: gladde vruchthuid, bij rijpheid geelachtig,
diep rood en gestreept aan de zonzijde.

Steel:de steel is over het algemeen kort en
gekromd.

Vlees: geelachtig, tamelijk vast, vrij hard,
matig sappig en van gewone smaak.

Kelk: de kelk is middelmatig groot en in een
onregelmatige en tamelijk diepe kelkholte geplaatst.

soorteigenheid, beheersvorm,
aanplanttips, onderhoud:

Variëteit werd vooral in de jaren 1860 in het
hele land aangeplant met als kern Oost-
Vlaanderen. Geschikt voor de hoogstamteelt,
maar onregelmatig van dracht. Rustieke
boomgaardvariëteit nog steeds interessantvoor de liefhebbersteelt en voor landschapsherstel.
Geschikt voor zandige bodems. Ze waren eertijds gezocht voor de industrie en keuken.

berglander

 

Terug