hoogstamboomgaard

Appelras


Kattekop

 

kattekop

 

Boom

Middelmatig sterke groei. Hij vormt rechte stammen met een regelmatige, dichte kruin,
waarvan de groeiwijze over het algemeen een weinig opengespreid is.

Productiviteit

Voldoende vruchtbaar. Op zwak groeiende onderstammen is de productie hoger.

ziektegevoeligheid

Nogal gevoelig aan witziekte en soms aan kanker.

Vruchtbeschrijving

Vorm: groot, altijd hoog, variabel van vorm,
kegelvormig, steeds vijfhoekig, met breed open en ondiepe kelkholte, met kleine weinig
uitstekende ribben omgeven.

Schil:

dik, glad, lichtgroen, bij rijpheid helder geel, soms zwak roodbruin gekleurd aan
de zonkant, nu eens meer, dan weer minder gekleurd, roestig gevlekt in de steelholte
en met grote bruine punten bezaaid die met
groen omcirkeld zijn.

Steel:

middelmatig lang of zeer kort, goed doorvoed, vaak verdikt, aan de basis gebogen.
Matig diep ingeplant.

Vlees

wit, een weinig groenachtig of geelachtig bij het klokhuis, half fijn en zeer zacht,
zachtzuur en wijnachtig. Weinig sappige, droge appel.

aanplanttips, onderhoud

Natuurlijke bewaring tot december. Rustieke boomgaardvariëteit voor hoogstam, halfstam
en struik. Matige kwaliteit. Voor hoogstam kan hij tegenaan de grond worden geënt, ook
voor minder goede gronden geschikt.

synoniemen

Calville de Saint-Sauveur, De Saint-Sauveur, Reinette Saint-Sauveur, Pomme Saint-Sauveur,
des Voges, Belle lille de Normandië.
Kende een zeer grote verspreiding in Noord West-Vlaanderen onder de naam van Kattekop

Oorsprong

Als stamvormer van een appelboom gevonden door de heer Despréaux in zijn tuin in
Saint-Sauveur. Hij werd in de handel gebracht in 1836 of 1837 door Jean-Laurent Jamin,
boomkweker te Bourg-la-Reine, bij Parijs,
aan wie hij enthout bezorgde.

Terug