hoogstamboomgaard


Wortelsnoei

snoei alle wortels

Als een boom goed groeit maar weinig vruchten geeft kan op verschillende manieren verbeterd worden.

De beperking van de stikstof toevoer door er gras onder te telen soms helpen; maai dit in de groeitijd.
Een ander middel is, de wortels in de winter te snoeien.
Is de boom klein genoeg om uitgegraven te worden, trek er dan een cirkel met een straal van 60 cm omheen.
Graaf langs die cirkel een greppel, diep genoeg om de wortels bloot te leggen.
Knip met de snoeischaar alle dikke wortels door en krab de aarde onder de boom weg om de omlaaggroeiende wortels te vinden.
Enkele daarvan moeten misschien ook doorgesneden worden voordat de boom kan worden uitgegraven.
Breng eerst een merkteken aan zodat de boom later weer met dezelfde kant naar voren kan worden geplant.
Snijd als de boom uitgegraven is de sterke wortels met een schuine snede door, maar ontzie de haarwortels zo veel mogelijk.
Maak op de bodem van het plantgat een verhoging en herplant de boom met uitgespreide wortels.

Bij bomen die te groot zijn om te worden uitgegraven trekt men slechts een halve cirkel, op een afstand die iets binnen de omtrek van de kroon ligt.
Graaf hier zoals boven aangegeven een greppel langs en snijd alle wortels die u tegenkomt door.
Daarna wordt de grond weer teruggeschept en aan-gedrukt.
De volgende winter wordt de andere helft behandeld.

Bij appel- en perebomen kan in de bloeitijd als laatste redmiddel het zogenaamde ringen van de schors worden toegepast,
maar als het niet goed gedaan wordt kan de boom sterven.
Snijd ongeveer 15 cm onder de plaats waar de takken beginnen een smalle strook schors van de stam langs de helft van de omtrek, en 8 cm lager nog eens aan de andere kant.
Het strookje mag hoogstens een halve centimeter breed zijn, hoe jonger de boom hoe smaller.
Gebruik een scherp mes en snijd alleen in de bovenste schorslaag.
Schil het strookje af en dek het nu blootliggende deel direct met isolatieband af.

Terug