hoogstamboomgaard


Wat is een onderstam

Een onderstam is het geheel van de wortels en het deel van de stam van de boom net boven de grond. Hierop wordt de fruitboomsoort geënt waarvan we uiteindelijk vruchten willen oogsten. Voor hoogstamfruitbomen wordt er soms ook gebruik gemaakt van een tussenstam. Dit is het stamdeel tussen de onderstam en de vruchtdragende kroon.

De onderstam bepaalt in zeer grote mate de eigenschappen van de boom, hij controleert de verhouding tussen groei en bloei. Te sterke groei gaat ten nadele van de bloei en te trage groei betekent te veel bloei waardoor de boom wordt uitgeput. Door gebruikt te maken van de juiste onderstam voor het juiste fruitras én voor de aanwezige bodem, kan men de opbrengst van een boomgaard maximaliseren en spreiden over vele jaren.
Ook resistentie-eigenschappen van de onderstam zijn een belangrijke reden om het vruchtdragend ras hierop te enten.

Bij de gespecialiseerde boomkwekers kan je dikwijls hetzelfde ras op verschillende onderstammen verkrijgen. Of je kan het speciaal laten enten op een door jou gekozen onderstam die het best geschikt voor de specifieke bodem van je tuin.

Onderstammen voor appelrassen

Voor hoogstam appelbomen werd vroeger bijna steeds een zaailingonderstam gebruikt. Het nadeel en tegelijk ook het voordeel aan zaailingen is de moeilijk te voorspellen kwaliteit van de onderstam. Deze kan van zeer goed tot zeer slechte kwaliteit zijn aangezien het genetisch materiaal bij de bevruchting moeilijk te controleren is. Meestal zijn het echter sterke groeiers waardoor men grote bomen verkrijgt die laat bloeien.
Voor laagstam greep men vaak terug naar de zwakgroeiende paradijs- en de doucinappel. Deze werden weliswaar vegetatief vermenigvuldigd maar ook hier was er in het materiaal een groot genetisch verschil.

Begin vorige eeuw werd in East Malling (Groot-Brittanië) een project opgestart om de beste onderstammen te selecteren uit deze grote variatie. Ook in andere Europese landen werden vergelijkbare projecten opgestart.
Verschillende zaailingen en rassen werden verzameld vanuit heel Europa. Het proefstation te East Malling selecteerde verschillende onderstammen die vervolgend vegetatief vermenigvuldigd werden en weer verspreid werden over Europa. In België werden 16 onderstamtypes ingevoerd: EM I tot EM XVI. EM staat in deze afkorting voor East Malling.

Vanaf 1950 werden de geselecteerde onderstammen verder gekruist, geselecteerd en vermenigvuldigd. Ook een ander fruitteeltcentrum te Merton nam deel andeze selecties. De types worden vandaag aangeduid met letters en cijfers, waarbij M voor Malling staat en MM voor Malling-Merton.
De letter B staat voor Budagovskiy Paradijs Appel, een Russische onderstam.

Een overzicht van de meest gebruikte onderstammen:

Zaailing: voor hoogstammen wordt nog steeds een sterkgroeiende zaailing gebruikt.
MM111: een geselecteerde hoogstamonderstam, voor bomen met een stamhoogte van meer dan 2 meter.
MM106: geschikt voor halfstammen en ruim uit elkaar geplante laagstammen.
M7: geschikt voor halfstammen en ruim uit elkaar geplante laagstammen.
M26: een laagstam onderstam met een redelijk groeikracht, vooral gebruikt voor minder krachtige rassen op te enten.
Te vermijden op natte gronden.
M9: heeft een zwakkere groeikracht dan M26 en is waarschijnlijk de meest gebruikte onderstam. Geschikt voor rijke gronden. Heeft echter een zwak wortelgestel waardoor de bomen dienen aangebonden te worden.
B9: vergelijkbaar met M9 maar winterharder, het is een Russische variëteit. Verdraagt ook iets beter droogte.
M27: de zwakst groeiende onderstam. Geschikt voor rijke, goed bemeste gronden en sterker groeiende vruchtrassen.


Onderstammen voor perenrassen


Ook voor peren heeft het proefstation te East Malling enkele onderstammen geselecteerd. Voor de hoog- en halfstammen wordt nog steeds gewerkt met zaailingen. Voor de laagstammen worden kweepeer variëteiten gebruikt.

De keuze is hier echter beperkt tot een drietal types:

Kwee MA: sterkste groeier van de drie en geeft zeker niet de beste resultaten: later en minder vruchten. Men ent beter op MC of Adams.
Kwee MC: zwakkere groei dan MA en geeft goede resultaten op vlak van vruchtbaarheid.
Adams: een Belgische onderstam die op vlak van groeikracht tussen de twee vorige ligt en dus beter geschikt voor armere gronden of zwakgroeiende rassen.

Besluit
Indien men de opbrengst van de appel- en perenbomen wil maximaliseren dan moet men bij de aankoop de juiste onderstam selecteren op basis van de bodem en het te enten ras. Hoe rijker de bodem en hoe krachtiger de te enten soort, hoe zwakker de onderstam dient te zijn.

Terug